“Misschien dat ik hem in een gekke bui eens open trek,” zegt Adrie grijnzend. In zijn handen heeft hij een stoffige fles tuinbonenwijn. Die stamt uit de tijd dat hij net begon met stoken, een jaar of zeven geleden. Toen stookte hij nog vrij precies, met alcohol- en thermometers. Tegenwoordig doet de voormalig biologisch tuinder, hij is met pensioen, het meer op gevoel.
In de kleine kelder onder het huis ligt ‘Cognac’ te rijpen in twee eikenhouten vaatjes. Eerder zat er wijn in, van druiven uit eigen tuin. Zo krijgt de ‘Cognac’, die aanvankelijk kleurloos is, zijn kleur en specifieke geur en smaak. De soort van grote theezak gevuld met houtsnippers die op de werk-bank ligt, gebruikt hij soms ook. “Dat heet ook ‘rijpen op eikenhout’,” vertelt Adri. Stokers die niet over zo veel tijd en ruimte beschikken als hij, doen het vaak zo. Net als fabrikanten. Als we binnenkomen in de schuur loopt er al vloeistof uit een tuinslang die van de zorgvuldig ingepakte koperen stookketel loopt naar een glazen potje. Adrie ruikt er aan. “Spiritus.” Hij giet het in een fles waar al een beetje in zat, van de stook eerder die dag. “Voor mijn vrouw. Om de ramen te wassen.” Voor methanol is hij niet bang, net zo min als de andere stokers. Het volgende distillaat dat hij opvangt ruikt al beter, en dan gaat de slang in een grote groene fles. Die zal de komende uren langzaam vollopen. Het ontstaan van giftige methanol bij het stookproces, en de kans op het consumeren ervan, is een van de redenen waarom stoken in Nederland niet is toegestaan. Maar als je een beetje serieus te werk gaat is dat geen enkel probleem. Daar zijn de stokers het over eens. Verder verschillen ze sterk van mening over de verschillende aspecten van het stoken. Harco: “Het is de kunst zo veel mogelijk van de smaak van de wijn in de alcohol te krijgen.” Hij begon ooit met distilleren toen hij een aantal flessen zelfgemaakte pruimenwijn en appelcider had, die niet allemaal even lekker waren. “Maar je moet op tijd stoppen met stoken, anders wordt de pulp te heet en krijg je ongewenste bestanddelen en smaken in je distillaat.” Volgens hem is het geen ramp als dat gebeurt, want dan verstook je het nog een keer. “Geen optie,” vindt Adrie. “Zo gaat er te veel van de smaak verloren. Het moet in één keer goed.”
In een aantal andere Europese landen is hobbymatig stoken toegestaan. In Nederland niet. Hier mag je bier en wijn maken door het vergisten van fruit, maar distilleren om een hoger alcohol percentage te verkrijgen is verboden. Als je het legaal wilt doen heb je een vergunning nodig om in het bezit te zijn van een stookketel. Daarnaast je moet beschikken over een accijnsplaats, een aparte ruimte waarin producten mogen worden opgeslagen waarover nog geen belasting is betaald. En een uitgebreide administratie. Al met al een al een enorme rompslomp. Thuisstokers doen het dus gewoon zonder.
De namen in dit artikel zijn gefingeerd.
Tekst door Arthur van Berkel